Rente

Renteontwikkelingen/-visie
De laatste berichtgeving van de ECB leverde geen nieuwe aanwijzingen op over het beleid van de Bank. De ECB koopt maandelijks voor zo'n 60 miljard euro aan met name staatsobligaties op van eurolanden. Hiermee wil de bank de inflatie en de groei in de eurozone bevorderen. Overheden kunnen zich hiermee financieren en banken kunnen goedkoop aan bedrijven kapitaal uitlenen, die er weer investeringen mee kunnen doen. Het opkoopprogramma wordt mogelijk in juni volgend jaar beëindigd. Pas daarna, mogelijk in september, kan een eerste renteverhoging volgen. Omdat een wat sterkere euro de verwachte inflatiestijging afremt, is het echter denkbaar dat de ECB het opkoopprogramma langzamer terugdraait en de rente later verhoogt. De één- en driemaands-Euriborrentes zullen nog geruime tijd negatief blijven. In de loop van 2018 zullen deze rentes wel iets minder negatief worden.

Lange rente omhoog
De verwachting is dat de rentes op staatsobligaties in de komende maanden licht stijgen en dat de euro rentecurve steiler wordt wanneer de ECB haar monetaire stimulering vermindert (zie ook hierboven) en de economische omstandigheden verder verbeteren. De nog altijd lage inflatie en de slechts zeer trage afbouw van het uiterst accommoderende beleid zullen de stijging vermoedelijk echter beperken. Gegeven de gewijzigde verwachtingen ten aanzien van het monetaire beleid, denken de economen dat de obligatierentes minder snel zullen stijgen dan tot nu toe verwachtten.

Samengevat:

  • Euribor-rentes blijven in 2017 nog laag. Stijging word verwacht in 2018 i.v.m. het eventueel  beëindigen van het opkoopprogramma van obligaties
  • Lange rente is nog laag, maar is wel iets opgelopen. De verwachting is dat de rente in de loop van 2017 weer iets gaat stijgen, omdat de markten er rekening mee gaan houden dat de obligatieaankopen vanaf begin 2018 worden teruggeschroefd.

BBV/rentenotitie

Vanwege de invoering van de Vpb (2016) en de wijzigingen van de BBV is door de commissie BBV een nieuwe notitie rente 2017 gepubliceerd.

In het BBV is opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en jaarstukken naast de beleidsvoornemens en het gerealiseerde beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook inzicht moet geven in:

  • de rentelasten;
  • het renteresultaat;
  • de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten;
  • de financieringsbehoefte.

In onderstaand voorgeschreven schema wordt inzicht gegeven in de eerste drie punten:

Renteschema 2018 (* € 1.000)

a.

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

6.725

b.

De externe rentebaten over de korte en lange financiering

-981

Saldo rentelasten en rentebaten

5.744

c1.

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-989

c2.

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden doorberekend

-754

c3.

De rentebaat van door-verstrekte leningen indien daar een specifieke lening is voor aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend.

0

AF: aan taakvelden toe te rekenen externe rente

-1.743

Blijft

4.001

d1.

Rente over eigen vermogen

33

d2.

Rente over voorzieningen

183

Rente over eigen vermogen en voorzieningen

216

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

4.217

e.

De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag)

-4.987

f.

Renteresultaat op het taakveld Treasury

770

De rente toe te rekenen aan de taakvelden gedeeld door de integraal te financieren activa leidt tot een gemiddeld rentepercentage van 2,54%. Wij houden rekening met een renteomslag van 3,0%. Het verschil wordt jaarlijks, behoudens specifieke afspraken, betrokken bij het incidentele perspectief.
Van het resultaat 2017 wordt aan de algemene reserve worden toegevoegd:

  • De renteopslag inzake de IGM-leningen 125.000 euro
  • De renteopslag van de verstrekte lening aan Heracles 80.000 euro

Rekening houdend met deze mutaties blijft er 565.000 euro over als inzet voor incidentele doeleinden.